Psychomotoriek
Herkent u dat uw kind;
Veel hulp krijgt op school?
Veel extra oefenen met lezen, spellen en rekenen en toch is er weinig vooruitgang?
Er wordt gedacht aan dyslexie of dyscalculie en vele testen volgen?
Uitdagingen heeft met focus en concentratie?
Geeft dit onrust, frustratie en onzekerheid bij uw kind?
Ik ga kijken naar de voorwaarden om tot leren te kunnen komen.
Door te werken met psychomotoriek gaan we terug naar de leervoorwaarden. Hierdoor bouwen we een stevige ijsberg. Uw kind leert zijn lijf en brein samen te laten werken. Door middel van bewegen zullen we dit gaan stimuleren. Elk lichaamsdeel staat in verbinding met een deel van je hersenen. Door te bewegen maken we sterke verbindingen in de hersenen en kunnen we de hersendelen samen laten werken. Hoe meer verbindingen er zijn aangelegd, hoe makkelijker het is om te denken, voelen en doen. Samen gaan we op zoek naar een goede balans.
De volgende onderdelen vallen onder psychomotoriek:
- samenwerking van de ogen (visueel)
- samenwerking van de oren (auditief)
- het werkgeheugen
- samenwerking van beide hersenhelften (lateralisatie)

Samenwerking van de ogen
De functie van zien is: scherpzien, richten, interpreteren en begrijpen. Wanneer de ogen niet goed samenwerken heet dit een visuele disfunctie. De ogen moeten kunnen scherpstellen en richten. Beide ogen zien een plaatje en in de hersenen worden deze twee plaatjes over elkaar heen geschoven en wordt er één beeld van gemaakt. Als de ogen niet goed samenwerken, worden de plaatjes niet goed aan de hersenen doorgegeven en wordt het beeld niet goed tot één beeld gemaakt. Hierdoor gebeurt het vaak dat de verwerking van de informatie niet goed gaat. Enkele voorbeelden zijn:
- de letters gaan door elkaar en er ontstaat een ander woord;
- de letters bewegen;
- hoofdpijnklachten;
- moeite hebben met vlot lezen;
- niet op een lijn kunnen lezen en schrijven;
- het leesplezier verdwijnt.
Er wordt dan bijvoorbeeld gedacht aan dyslexie, terwijl het visuele disfunctie kan zijn. Het is dus van belang om ook naar de oogsamenwerking te kijken.

In deze tijd maken kinderen veel gebruik van schermpjes. Hieronder vallen de iPad, mobiele telefoon, (game) computers en de televisie. Dit heeft grote invloed op de oogsamenwerking. Bij gebruik van deze middelen moeten de ogen scherp naar binnen richten om deze beelden goed te kunnen zien. Onze ogen zijn ontwikkeld om juist in de verte te kijken. Doordat de ogen te lang naar binnen zijn gericht ontstaan er problemen in de werking van de oogspieren. Hierdoor kan het zijn dat je in de verte wazig gaat zien.
Met behulp van de bioptor (zie foto) ga ik kijken of de ogen goed samenwerken. Wanneer een visuele dysfunctie hebt, maak ik een plan om de oogspieren te trainen, de ogen samen te laten werken en de stress van de ogen af te nemen. Tevens hebben reflexen invloed op de oogsamenwerking. Daarom pas ik naast psychomotoriek ook reflexintegratie toe. Na ongeveer 3 maanden merkt uw kind het verschil. Het leren veelal makkelijker en kost minder energie.
Samenwerking van de oren
Herkent u het, dat u iets heeft gezegd en uw kind herhaalt met een compleet ander woord? U vraagt zich af of uw kind goed heeft geluisterd. Vaak is dit wel het geval. Ook op school kan de leerkracht aangeven dat uw kind wel luistert, een goede concentratie heeft, maar dat er bij een woorddictee totaal andere woorden op papier staan. Uw kind kan hier misschien niets aan doen. Dit kan te maken hebben met de verwerking van de gehoorsnelheid en de samenwerking van de oren.
Het gaat niet om een te meten gehoorverlies, maar over het interpreteren en begrijpen van geluid. Hoe snel verwerk je elke klank (letter) van een woord, tot een geheel woord. Wanneer uw kind de klanken niet vlot hoort, kan hij of zij geen volgorde in de letters aangeven. Dit heet temporeel ordenen. Uw kind benoemt dus de woorden anders dan ze zijn. Hij of zij hoort klanken niet en er ontstaat een ander woord.
Lees- en spelling problemen zie je veelal na de kerst in groep 3, want dan gaat het tempo omhoog. Minder snelle luisteraars hebben dan meer moeite met lezen en spelling.
Om het temporeel ordenen te screenen neem ik een audiovaria test af. Deze test meet hoeveel tijd uw kind nodig heeft om wat het gehoord heeft, om te zetten in spraak of schrift. Daarnaast is het van belang dat in kaart wordt gebracht wat de beheersing is met betrekking tot klankherkenning, verklanking van de klanken en de schrijfwijze daarvan. Dit neem ik mee in de test.
Want goed horen is een voorwaarde voor: de sociaal emotionele ontwikkeling en door mee te kunnen komen in de gesprekken om je heen, maar ook om te kunnen lezen, spellen en mee te kunnen doen in de lessen op school.
Het werkgeheugen
Het werkgeheugen is een soort notitieblok in je hoofd. Het werkgeheugen is een combinatie van opslag en bewerken, toepassen en gebruiken. Vervolgens gaat de informatie naar het lange termijn geheugen, waar het wordt opgeslagen. Het werkgeheugen zorgt er ook voor dat er geautomatiseerd kan worden en is een belangrijke succesfactor in het leren.
Wanneer het werkgeheugen vol stroomt of wordt overvraagd, kan een kleine afleiding zoals een gedachte of geluid, ervoor zorgen dat de opgeslagen informatie verloren gaat. Hierdoor zal de taak minder goed lukken en uw kind kan weer opnieuw beginnen. Dit kan leiden tot frustratie, faalangst en uw kind heeft meer leertijd nodig.
Het helpt wanneer informatie meerdere malen wordt herhaald op verschillende manieren. Dit heet multisensoreel leren. Ik gebruik zien, horen, voelen (werken met materialen), maar vooral ook bewegen. Door te bewegen wordt een deel van de hersenen geactiveerd, waardoor afvalstoffen afgevoerd worden en de concentratie bevorderd wordt. Dit komt ten goede aan het werkgeheugen.
Tevens gaan we kijken naar de leerstijl die past bij uw kind. Iedereen leert op een andere manier. Je kan het beste informatie onthouden, toepassen en gebruiken als het wordt aangereikt op een manier wat past bij de leerstijl van uw kind. Hierover vertel ik meer onder de knop leren.
Wanneer de reflexen op orde zijn kunnen we starten met een werkgeheugentraining. Hiermee bouwen we weer een laag van de ijsberg op voordat we aan het leren gaan werken, omdat er pas geleerd kan worden met een leeg en opgeruimd werkgeheugen. Het traject bestaat uit verschillende onderdelen waar zowel ik, uw kind, ouder(s) en de leerkracht(en) samen aan gaan werken. Samen zorgen we voor ontspanning, overzicht en een opgeruimd werkgeheugen, zodat het leren weer leuk en makkelijker gaat worden.
Lateralisatie:
Herkent u het dat uw kind letters om draait ( b/d) of cijfers van beneden naar boven schrijft? Maar ook woorden overslaat tijdens het lezen of midden in de zin naar de volgende regel gaat? Plus sommen worden min sommen en met spelling staan de woorden of letters in spiegelschrift?
Een voorbeeld van letters spiegelen van links naar rechts en van boven naar onder: er staat ‘dag’ maar uw kind leest ‘bed’.
Met een goede lateralisatie kan je de middenlijn van je lichaam overkruisen en zo ook beide hersenhelften, ogen, oren, handen en voeten, die elk een eigen functie kunnen hebben, laten samenwerken. Wanneer je deze fase hebt ontwikkeld kan je alle werkrichtingen gebruiken: zowel links als rechts.
We gaan aan de slag met motorische beweegpatronen. Dit zijn oefeningen/bewegingen die je bewust maken van je boven- en onderlichaam; de voor- en achterkant van je lichaam; de linker- en rechterzijde van je lichaam en het roterende vermogen van je lichaam.
Er is in dit proces een aantal ontwikkelingsfases. Om te kijken in welke fase uw kind zich bevindt neem ik een test af. Van hieruit kan ik bepalen welk traject past bij uw kind.
Het voldoende doorlopen van alle motorische ontwikkelingsfases is een voorwaarde om te kunnen starten met leren, te genieten van succeservaringen, zelfvertrouwen op te bouwen en te stralen.
